Boven aan mijn wensenlijstje stond al jaren een motorvakantie, maar door jarenlange rugproblemen kwam het er gewoon niet van. Begin 2001 leek dit plotseling opgelost te zijn (dat kan toch geen toeval zijn.....?). Tijdens het lezen van wat motorbladen in de vakantie van 2002 begon het idee toch weer op te borrelen om de caravan eens een jaartje thuis te laten en met motorfiets én tentje er op uit te trekken. Ook Agnes was meteen in voor dit plan, maar wilde dit niet doen op haar BMW F650. Dus zijn we na de vakantie bij Van Harten in Amersfoort gaan kijken en daar de keus laten vallen op een -occasion- R850R in de kleuren zilver/zwart. Dat was één. Maar nu nog een geschikte vakantiewoning vinden, want ergens op zolder lag nog wel een iglo, maar deze zou niet geschikt zijn voor een vakantie van 4 weken op de motorfiets. Op een "hottentottententententoonstelling" van de ANWB in Lelystad vonden we onze tent. Een Eureka Big Horn 2 tunneltent. Mooi van formaat en máár 3,6 kg. Begin 2003 hebben we nog wat kleine spullen gekocht en via via hebben we prachtige marineplunjebalen op de kop kunnen tikken. Supersterk, waterdicht en......... betaalbaar.
Eindelijk was het zover. Vrijdag 4 juli 2003. We hadden donderdagavond ervoor de koffers en de plunjebalen grotendeels ingepakt. Beide motorfietsen naar buiten geduwd, olie gecontroleerd, koffers eraan gehangen en de plunjebalen erop en we kunnen weg! De eerste dag zou wat de route betreft niet de meest interessante worden, want we wilden zo snel mogelijk via de Duitse Autobahn naar Basel rijden. Dat ging dan ook aardig, want rond een uur of twee zaten we bijna aan het einde van de A61 en moest er eens wat gegeten worden. Dus zaten we iets later heerlijk in het zonnetje op het terras van een Rastätte. Terwijl we zaten te eten liep het verkeer op de A61 volledig vast en groeide uit tot een pracht van een file. Want hoe ellendig dit is als je daar met je sleurhut tussen staat, met de motor is dit een waar feest. Tot de afslag naar de A5 zijn we er tussendoor gereden, helemaal vooraan ingevoegd en het gas er weer op.
Om een uur of half vijf reden we camping "Lug ins Land" op voor onze eerste tentover-nachting. Alleen zag het er wel erg dreigend uit buiten, en het bordje "zimmer frei" lokte. Goed dan zetten we de tent morgen wel op. Spullen naar binnen gesleept, tukkie gedaan en héérlijk gegeten in het restaurant op de camping. Een aanrader!
Zaterdag 5 juli 2003. Vandaag wordt de route pas echt leuk. We gaan dwars door Zwitserland, natuurlijk niet over de Autobahn, maar alles via binnenwegen. Dus ausfahrt Weil am Rhein genomen en over een kleine grenspost Basel in. We wilden naar de andere kant van de stad, maar ja, dat bord stond er niet. Dus op de gok maar een aantal keren aan het stuur naar links en rechts gedraaid en binnen de kortste keren stonden we op de juiste weg de stad weer uit. De bewolking begon zo heel langzaam weg te trekken, om plaats te maken voor een heerlijk zonnetje. En dan zo'n omgeving. We wilden tussen Delémont en Moutier de 'bult' oversteken, maar nét voor Roches stond er een lange rij auto's stil en in de verte een geünifomeerd persoon. Da's vast niet goed. Langs de auto's naar voren gereden om uit te vinden "was los ist". Nee, terug moesten we. Er was een stuk verderop een zeer ernstig ongeluk gebeurd en er mocht helemaal niemand door. Mooi is dat.
Agnes heeft de brandweerman gevraagd om op de kaart een alternatieve route aan te wijzen. Getsie, dat betekent een heel eind omrijden! Achteraf was dit niet zo erg, want wat hebben we daardoor een mooie route gereden!. Eerst terug naar Delémont, linksaf het dal in en na Bassecourt de 'pas' over richting Le Fuet. Wat een heerlijke bochten. Aan de Bieler See zijn we op zoek gegaan naar een terrasje voor een snelle snack. Motoren geparkeerd, terras op, helmen en jassen uit. Bleek dat je er alleen maar driegangenmenu's kon eten. En dat om één uur 's-middags! Moesten we niet aan denken. Motorfietsen mét complete bepakking maar even laten staan (moet toch kunnen in Zwitserland?) en het straatje naast het restaurant ingewandeld. Aha, een bakkerij met terrasje. Na een zeer gezond broodje, konden we aan het laatste stuk van vandaag beginnen. Via Murten richting Fribourg en daar vandaan binnendoor naar het Meer van Genève. Om precies te zijn Villeneuve. De camping waar we wilden overnachten ligt direct aan het meer én op loopafstand van het dorp. De camping was behoorlijk vol, alleen nauwelijks Nederlanders. Maar met de Zwitserse prijzen is dat voor te stellen. De prijzen in ons favoriete restaurantje "Café de Paris" waren zelfs de 'kaasfonduepan' uitgestegen.
Na een heerlijke overnachting in onze tent en een stevig ontbijt werd het tijd om verder te gaan. De motoren nog even afgetankt om van de Zwitserse Franken af te komen en dwars door Martigny de St.Bernard opgereden. Natuurlijk hebben we de pas gereden en niet de tunnel. Het stuk naar Aosta was alleen nog maar naar beneden. Tjonge, zo zuinig heb ik nog nooit gereden. Voor Aosta (I) de tunnel in (héél lang en héél koud) en aldaar de Autostrada op om een beetje sneller in Turijn te komen. Na een paar kilometers op de snelweg even gestopt voor zo'n heerlijke capuchino (Italianen zijn toch ware koffiekunstenaars).
Bij Turijn hadden we het wel weer een beetje gehad met de autobaan. Het waaide trouwens verschrikkelijk in het Aostadal. Boven de 120 km/u werd het echt lastig met volle bepakking. Over de temperatuur hadden we trouwens niet klagen. Het was inmiddels een graad of 38 geworden.Dwars door Turijn zijn we naar de zuidkant van de stad gereden. Om daar vandaan zo'n beetje parallel aan de rivier de Po richting de zuidkust te rijden. Rond een uur of half zes reden we de camping "La Vedetta" (het uitzicht) op in Alassio. Dit is een terrascamping met, wat de naam al zegt, een prachtig uitzicht over zee. Over deze camping had ik veel van mijn broers gehoord, die hier héél vroeger een aantal keren zijn geweest. De plekken waren prachtig. Alleen met motorfiets onbereikbaar. Het 'zeer moderne' sanitair (1914) werd schoongemaakt door een Italiaanse oma van een jaar of 125. Voor één toilet had ze al een week nodig....... We zijn hier een aantal dagen gebleven en hebben eerlijk gezegd heel weinig gedaan. Beetje aan het strand gelegen, wijntje gedronken en geslapen. Maar dat laatste niet zo lang, want om een uur of acht brandden we onze tent al uit. #^(*@# Dat zijn toch geen tijden. We hebben vakantie!
Donderdag 10 juli ingepakt en langs de kust richting Savona gereden. Na Savona hebben we weer een stuk autostrada gereden, om een beetje op te schieten en Genua te passeren. Maar na Genua weer snel van de autobaan af om onze route langs de kust te vervolgen. Tot aan Sestri Levante zijn er een heel aantal zéér lange en onverlichte tunnels. Deze zijn zo smal, dat ze eigenlijk alleen voor eenrichtingsverkeer geschikt zijn. Dus hebben de Italianen dit opgelost met stoplichten aan beide zijden. Door de lengte van de tunnels kan de wachttijd wel oplopen tot een minuut of twintig. En het was al zo warm! Om het een beetje in deze temperaturen uit te kunnen houden reden we in T-shirt (helemaal fout), maar dat viel in deze lange tunnels goed tegen. Brrrr, zó koud en donker! Zelfs met grootlicht en breedstralers aan moest je behoorlijk goed opletten om niet langs de wanden te krassen. Ter hoogte van La Spezia zijn we de snelweg weer opgedoken. Natuurlijk wel met motorkleding aan. Zolang je door kon rijden was het wel uit te houden. Agnes wist via een collega wel een leuke camping in Montecatini Terme. Daar zijn we dus via de A12 en A11 naar toe gereden. Door de toeristeninformatie voor in het dorp hadden we al snel de camping gevonden. Nou ja, snel. De camping lag op een bergje boven het dorp. Helaas geen loopafstand. We kregen een plaats toegewezen door een Nederlandse dame achter de receptie. De camping was ook compleet Nederlands. Alleen maar gele kentekenplaten!
Maar ons plaatsje was mooi, daar lag het niet aan. Helaas wat mindere buren, namelijk een stel doorgeschoten, kakkineuze, pubers, die geen flauw idee hadden hoe je normaal gesproken met buren op een camping omgaat. Gedag zeggen bijvoorbeeld. Maar wel met z'n mobiele telefoon het ouderlijk huis bellen, en zo dat iedereen -binnen 100 meter afstand- het kon verstaan: "Paps, bedankt voor het lenen van de waagen (auto), ik miste alleen wel heel errrrrg de crrrruiscontrrrrol". Gezien de leeftijd van de auto, mocht de knul blij zijn dat dit model al was uitgevoerd met een verbrandingsmotor! Hadden we in Alassio zo goed als niets gedaan, dat was hier wel anders. Vlakbij lag het plaatsje Lucca waar we natuurlijk het prachtige en beroemde plein moesten bekijken. Maar eerst weer een koffie bij één van de vele Bar-Ristorantes die je onderweg tegenkomt. Vanaf deze camping hebben we veel uitstapjes in de omgeving gemaakt, maar uiteindelijk wilden we toch weer eens verder. Op de kaart gekeken en besloten via het binnenland naar de westkust te rijden. Het druiste tegen alle principes in, maar dit was de allereerste keer in m'n hele leven dat ik van een camping ben vertrokken, zonder de buren te groeten.
Dit gedeelte van onze reis door Italië zullen we nooit vergeten. Zo rustig, zó heet, maar vooral zo mooi. Kilometers lang prachtige Toscaanse landschappen, zonder maar iets of iemand tegen te komen. En niet 2- maar wel een kilometer of 70! Kom daar in Nederland nog maar eens om. Ja, en warm was het, zeer warm. Af en toe had je het idee, dat iemand per ongeluk een buitenmodel heteluchtoven open had laten staan. Dat betekende regelmatig de armen insmeren, want die verbrandden waar we bij zaten. Eerst zijn we bij Castiglione della Pescaia aan de kust gaan kijken, maar hier was het zo ontzettend druk.
De 13e was een zondag. En zeker als het warm is, dan laat elke Italiaan z'n huis in de steek en reist met heel z'n familie in de Cinquecento af naar de kust. Maar voor ons een beetje té. Dus zijn we via Grosseto nog een heel klein stukje de Strada Stradale op gegaan en hebben onze zoektocht naar een "rustige" camping voortgezet. Nét voorbij Talamone lag zo'n exemplaar. De eigenaar was waarschijnlijk een groot liefhebber van de Italiaanse keuken én hield niet van bewegen. Daarom werden we over de camping rondgeleid op een golfkarretje om een keuze te kunnen maken uit de vrije plaatsen. Nou, die hadden we snel gevonden. Een voor Italiaanse begrippen behoorlijk grote plek, onder een stel giganten van pijnbomen. En wat komen daar een naalden uit. Vooral als je net je biertje zit te drinken.
Na een rondrit in de omgeving zaten we op een terrasje (onze enigste mogelijkheid voor een echt koude versnapering), toen mijn oog viel op het kapperszaakje aan de overkant. Mijn haardos had na het vele dragen van de helm een nogal bijzonder model aangenomen. De kapsalon was open en natuurlijk had hij tijd om te knippen. Kom binnen, kom binnen. Het was hem natuurlijk duidelijk dat ik een toerist was. Hij vroeg me of ik Duits sprak. Nou, dat had ik beter niet kunnen beamen, want ik kreeg het idee dat'ie mijn haren er af wilde kletsen i.p.v. knippen. Pfff. Snel nog maar een biertje genomen op het terras om de oren af te koelen. Ook deze omgeving hadden we weer voldoende verkend en het werd tijd om weer een stukje verder te rijden. Lago di Bracciano leek ons wel wat. Hadden we goede berichten over gehoord én het ligt op maar 30 km. van Rome. Hijgend en puffend hebben we onze spullen ingepakt. Koffie zouden we wel drinken als we weer een beetje drooggewapperd zouden zijn. Uitgezwaaid door de Italiaanse Opa en Oma naast ons, reden we de camping af. Na een half uurtje werd het tijd voor benzine én een bakkie troost. Daar hoef je in Italië nooit lang naar te zoeken. Ziezo, kunnen we er weer tegenaan.
Voor de zoveelste dag waren de weergoden ons wel héél goed gezind. Blauwe hemel en erg droog. Heb nog nooit zóveel water gedronken (vraag me af of dat wel gezond is). Ook vandaag weer zo'n route, waarbij je het gevoel hebt alleen op de wereld te zijn. Soms rijd je door een dorpje, waar een enkeling zich met deze temperaturen buiten waagt. Rond een uur of twee kwamen we aan bij de camping, waar de boom natuurlijk nog gesloten was. Maar de eigenaresse liep met ons mee om een plaatsje uit te zoeken. Nadat we een gigant van een plek aangewezen hadden gekregen, hebben we ons ingeschreven en de bagage lopend naar de plek gebracht. Tijdens de middagrust wordt er niet met auto's, motoren of scooters gereden. Heel snel een korte broek uit de bagage geplukt, tent opgezet en richting het meer gewandeld. Kan me vergissen, maar volgens mij siste het toen we het water indoken! Na dit rondje zwemmen hadden we zo onderhand wel genoeg water gezien. Gelukkig verkocht de winkel op de camping heerlijk gekoelde biertjes. Volgens mij heb ik de eerste niet eens geproefd..... maar de tweede!!Ook op deze camping stonden weer erg veel auto's met van die gele kaasplankjes aan de voor- en achterkant, maar nu hadden we het beter getroffen met onze buurtjes.
Onze achterbuurman Anton was al net zo'n enthousiast motorrijder als wij. Regelmatig werden er door hem koude stukken meloen bij ons afgeleverd, of de stretcher neergezet om even lekker in de zon een tukje te kunnen doen. Agnes had ergens in de buurt een museum gevonden, dat we wel eens konden gaan bekijken. Nou dat leek mij geweldig...... Museum hebben we uiteindelijk niet gevonden en besloten om nog maar een stukje richting de kust te rijden en via een omweg terug naar de camping. Al snel reden we op de één of andere Via, die midden in Rome zou uitkomen. Nou ja, we hadden nog geen koffie gehad en waarom zouden we dag niet Rome gaan halen.
De volgende dag hebben we een klein rondje in de buur gereden en een paar prachtige Italiaanse dorpjes bekeken. Hoogste tijd voor koffie. Kwam dat even mooi uit. Een dorpspleintje (parkeerverbod zal voor een motor toch niet gelden?) en verschillene terrasjes. We zaten nog geen vijf minuten, toen uit het 50 meter verderop gelegen politiebureau een wat oudere politiebeambte kwam wandelen. Hij keek niet eens naar onze motorfietsen en wandelde door. Twee minuten later, stapte een jongere uitvoering de deur uit. Keek naar de motorfietsen en gebaarde naar ons dat dit eigenlijk niet mocht. We zeiden dat we direct na de koffie zouden vertrekken. Eén minuut later komt er een hoogblonde (spoelinkje) agente de deur uit en ook al onze richting uit. Grijpt ergens uit haar vanwege de dienst verstrekte tas een fluit en begint me daar een herrie op te maken!! Omdat er naast het terras al zo'n vijf minuten een auto met draaiende motor stond om iemand af te halen, dachten we dat het daar om ging. Maar nee, een aantal Italianen gebaarden naar ons op het terras. Of we wel onmiddelijk wilden vertrekken. Wat een drukte om niks! Tijd om te vertrekken. We wilden eigenlijk nog een paar daagjes naar camping Tre Archi in San Tomasso. Dus op de kaart een mooie route binnendoor uitgezocht en 's morgens bijtijds de boel ingepakt om aan onze oversteek te beginnen.
Omdat ook camping Tre Archi tussen 14:00-16:00uur gesloten is (net zoals alle andere campings) hebben we onze reis wat aangepast en wat langer op het terrasje in de schaduw zitten lunchen. Maar om een uur of vier reden we de van zijn middagrust bijkomende camping op. Onze "grote" vriend Mario was druk doende de oververhitte parkeerplaats een beetje af te koelen met een straal koud water. Het duurde kort tot hij onze gezichten onder de helmen herkende. Geweldig wat een onthaal. Natúúrlijk was er een plekje vrij. Dus uitpakken, tent opbouwen en zwemmen in zee. Heerlijk. 's-Middags kwam Mario eens voorbij wandelen om te kijken hoe wij er bij zaten. Wát? Geen tafel. Meekomen naar het magazijntje om een spiksplinternieuwe tafel op te halen en o ja, meteen een paar stoelen, want op van die vouwdingen kan je niet behoorlijk zitten. Ook kregen we een sleutel van de werkplaats, om de koelkast te kunnen gebruiken.
De volgende dag de omgeving maar eens op de motorfiets verkend. Het blijft handig om met de motorfiets dorpjes te bezoeken. Wat een geluk. Er was markt in Porto San Giorgio. Dus tijd voor gefrituurde calamaris bij ons 'vaste' adres. Eén keer in de paar weken wordt er op camping Tre Archi voor alle gasten een bruschetta avond georganiseerd (veel wijn en nog meer bruschetta). Volgens Mario hadden we deze net gemist. Maar hij toog naar overbuurman Salvatore en na kort beraad kwam hij terug. Vanavond hadden we onze privé-bruschetta-avond. Je zou nooit meer weg willen, maar zo heel langzaam liep het toch richting het einde van de vakantie en we wilden ook nog een paar daagjes naar onze vrienden in Rechberghausen. Dus inpakken, bagage op de motorfietsen en afscheid van onze hele "straat" genomen met de belofte dat we volgend jaar in ieder geval weer zouden komen.
Omdat een rit langs de kust te veel tijd in beslag zou nemen, hebben we het eerste deel tot aan Ravenna maar weer over de Autostrada gereden, om daar door de Povlakte richting Venetië te rijden. Wat een vlakte! Als de temperaturen anders waren geweest, hadden we ons ergens in de Nederlandse polders gewaand. Via het dal tussen Trento en Mestre zijn we uiteindelijk terechtgekomen op ons doel van deze dag, namelijk camping Punta Indiani aan het Lago di Caldonazzo. Wel moest ik bij het plaatsje Bassano di Grappa de motor nog even de sporen geven! Op de één of andere manier wilde het kreng niet meer verder rijden! Volgend jaar maar weer. Dochter Lorenza liep met ons mee om onze plek te wijzen op het tentenkamp voor de jeugd. Zou het door m'n bezoek aan de Italiaanse kapper zijn gekomen?
Maar we hadden geluk, want er waren mensen eerder weggegaan en kregen we een wel heel mooi plaatsje direct aan het meer. We raakten in gesprek met de (Hilversumse) buren en kort daarna zaten we in een heerlijke stoel met een koud biertje. We hadden geen puf meer om te gaan rijden en hebben daarom maar een restaurantje in de buurt gezocht. 's-Morgens om een uur of acht tikte er iets op de tent. Druppels! Wat is dat nou, vier weken geen regen en dan in de laatste week nog even flauw doen. Maar het viel mee, we hebben zelfs tent droog kunnen inpakken.
Tijd om echt eens richting het noorden te rijden. Tot aan Vipiteno hebben we de autostrada gevolgd, maar direct na het betaalstation hebben we gekozen voor de route over de oude Brennerpas, dus onderlangs en heel veel bochten. Er moet hier ergens een adres in de buurt zijn, waar je motorfietsen gratis krijgt. Wat een hoeveelheden tweewielers! Zwaaien werd een onmogelijke opgave. Vandaag waren we heel gelukkig met onze binnenvoering, want hoe verder we de brenner opkwamen, hoe kouder het werd. Gek hé, dat merk je met de auto nou nooit. Bijna met dezelfde snelheid zijn de andere kant weer de Fernpas opgedoken en maar eens zachtjes aan gaan uitkijken naar een terrasje om te lunchen. We hadden gepland om in de buurt van Nesselwang een camping op te duiken, maar in de buurt van Nesselwang werd het steeds donkerder. Dus bij Fremdenverkehr maar geïnformeerd naar een zimmer-frei. Spullen uitpakken, douchen en op zoek naar een koud biertje. Na uitgebreid getafeld te hebben nog even buiten gezeten en daarna na weken slapen in een echt bed!! Da's lekker.
Na een heerlijk uitgebreid ontbijt de motorfietsen uit de garage geduwd. Op naar Mäx en Christl. Onze voorlaatste overnachtingsadres op weg naar Baarn. Tot aan Ulm zijn we op de Autobahn gebleven en om niet supervroeg op de stoep te staan hebben we rest via de B10 gereden. Na een uitgebreide Swäbische lunch hebben we samen met Mäx een fikse wandeling door en om het dorp gemaakt en na terugkomst nog even lekker in de hangmat een uurtje slaap ingehaald. Langzaam aan druppelden alle vrienden en bekenden binnen en werd de grill door Mäx in de brand gestoken. De vlammen kwamen zo hoog boven het rooster uit, dat de tuinslang erbij moest komen om de bramen te blussen. Typisch Mäx! Dochter Simone had haar kamer voor een nachtje afgestaan dus alweer hoefden we niet op het luchtbed.
Vandaag zouden we, net als gisteren, weer een klein stukje moeten rijden. Tijdens de vakantie waren we door Job, Marjon en kinders via SMS op de hoogte gebracht van hun vakantieadres. Ook dit jaar lag hun camping op de route naar huis.Bijna helemaal binnendoor zijn we naar Hirschhorn gereden, het laatste gedeelte langs de Neckar. Bij aankomst bleek de receptie én de slagboom dicht te zijn. Dus eerst maar op zoek naar de Tijssens. Na een heerlijk koud biertje uit Job z'n onuitputtelijke koelkast maar eens gaan aanmelden en voor de allerlaatste keer de tent opbouwen. Na een gezamenlijk etentje in het dorp hebben we nog een klein biertje op de camping gedronken (ja, alweer uit die koelkast) en zijn de tent ingedoken.
De laatste ochtend. Tent inpakken -die dankzij het stuk plastic van Job mooi schoon was gebleven- fantastisch ontbeten bij onze overbuurtjes en motoren bepakken, want het werd zo langzamerhand echt tijd om eens naar huis te gaan. Het laatste stukje viel door de afstand nog wel wat tegen en tot overmaat van ramp kwamen we ook nog in een behoorlijke file terecht, precies op smaller gedeelte waar aan de weg werd gewerkt. Dus inhalen konden we hier vergeten. Maar het eind van de middag rolden we dan toch Baarn weer binnen. Wat een geweldige ervaring! Dit zou elke motorrijder (m/v) tenminste één keer in zijn leven moeten doen.